SLA

Het belangrijkste verschil tussen de SLA- en DLP-printer is de lichtbron. SL gebruikt een laser met een golflengte van 355 nm. Deze produceert een constante hoeveelheid licht, in tegenstelling tot een DLP-printer. Hierdoor is het bouwvolume van een SLA-printer niet afhankelijk van de resolutie van de afdruk. Op elke plaats binnen het bouwvolume kan men onderdelen in hoge resolutie printen. Hierdoor kan men ook grotere werkstukken 3D-printen met een zeer fijne detaillering. De Stratasys Neo SLA-printer van SEIDO Solutions heeft een maximaal bouwvolume van 450 x 450 x 400 mm. Hiermee kan men meerdere kleinere onderdelen tegelijk printen of juist één groter werkstuk digitaal produceren. Houd er rekening mee dat de onderdelen zonder nabehandeling brozer en gevoeliger voor UV-licht zijn.